Dieren
De gemeente wil goed zorgen voor de dieren in de stad en dorpen. Zowel huisdieren als dieren in het wild. Veel dieren in het wild zijn onmisbaar. Ze bestuiven planten en verspreiden zaden, ze houden de omgeving schoon en kunnen insectenplagen helpen voorkomen. Ze helpen ons, maar kunnen ook overlast geven.
(Huis)dieren gevonden, gewond of overleden
Opvang (huis)dieren
De gemeente Leeuwarden werkt samen met:
- Stichting Dierenopvang De Wissel (opvang en herplaatsing van huisdieren). Adres: Kalverdijkje 75, telefoonnummer 058-2664300.
- Stichting Vogelasiel De Fûgelhelling in Ureterp (opvang en verzorging van gevonden/gewonde inheemse vogels en zoogdieren). Adres: De Feart 1, 9247 CK Ureterp. Telefoonnummer 0512 514328.
Gevonden, gewonde of overleden (huis)dieren
Neem contact op met Dierenambulance De Wissel(24 uur per dag bereikbaar).
Cremeren, thuis begraven of de milieustraat
Uw kunt uw overleden huisdier (honden en katten) ook laten cremeren in een erkend huisdierencrematorium of naar de milieustraat brengen. Begraven in eigen tuin of op eigen grond mag. Hiervoor moet u wel voldoende ruimte hebben en het gat moet minimaal 75 cm diep zijn.
Dode vogel op eigen terrein of in de openbare ruimte
Een dode vogel op eigen terrein mag in een zakje in de afvalbak. Gebruik het liefst (wegwerp)handschoenen en was daarna uw handen. Treft u een dode vogel aan in de openbare ruimte? Raak de vogel niet aan. U kunt contact opnemen met Dierenambulance De Wissel via telefoonnummer 058-2663370. Treft u meer dan drie dode eenden, ganzen, zwanen of meer dan twintig andere dode vogels aan? Dan kan er sprake zijn van vogelgriep. Neem contact op met de De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) via telefoonnummer 045-5463188.
Dieren in het wild: insecten en vogels
Veel diersoorten dragen bij aan de biodiversiteit. Gaat het goed met de dieren, dan gaat het goed met het groen in de omgeving. En een groene omgeving heeft weer een positief effect op onze gezondheid.
Wat doet de gemeente?
Bij de (groen)inrichting van de openbare ruimte houdt de gemeente rekening met vogels en insecten. Zo wordt bij de aanplant van groen zoveel mogelijk gekozen voor plant- en boomsoorten die voedsel, voortplantingsgelegenheid en veiligheid (schuilgelegenheid) bieden. Daarnaast worden steeds meer bermen en gazons binnen de gemeente omgevormd tot kruiden- en bloemrijke linten en laten we ook ruigere stukken staan. Op deze manier zorgen we ervoor dat er voldoende voedsel is voor de dieren en insecten om de winter goed door te komen.
Om eventuele negatieve effecten tijdens het beheren en onderhouden van de buitenruimte op diersoorten zoveel mogelijk te voorkomen, wordt bij werkzaamheden gewerkt volgens goedgekeurde landelijke gedragscodes.
Wat kunt u zelf doen?
U kunt zelf ook bijdragen aan een betere leefomgeving voor diersoorten door uw tuin diervriendelijk in te richten. Door bijvoorbeeld nestvoorzieningen te creëren voor kwetsbare soorten als de huismus, gierzwaluw en verschillende vleermuissoorten. Maar ook door een geveltuintje aan te leggen, een boomspiegel te adopteren of door samen met wijk- of dorpsgenoten een (groen)initiatief te starten. Kijk voor meer informatie op de pagina Groen- Geveltuinen, boomspiegels, openbaar groen en plantenbakken of Bewonersinitiatieven.
Bij (bouw)projecten moet rekening worden gehouden met beschermde diersoorten. Voor meer informatie, ga naar de de pagina ‘Omgevingsvergunning‘, tabje ‘Wet natuurbescherming.
Meer informatie vindt u in de folders “Vogels in onze leefomgeving”:
Overlast door dieren
Een grote diversiteit van diersoorten is goed voor de kwaliteit van onze leefomgeving. Maar soms kunnen bepaalde soorten gaan overheersen, schade aanrichten en/of een gezondheidsrisico vormen. Overlast van dieren ontstaat in veel gevallen doordat mensen vogels voeren of afval en etensresten op straat achterlaten. Een rattenplaag of overlast van duiven en meeuwen zijn daar voorbeelden van. U kunt zelf veel doen om plaagdieren te voorkomen.
Katten
Wij ontvangen regelmatig meldingen van kattenoverlast in particuliere tuinen. Daar kan de gemeente niet ingrijpen. Weet u van wie de kat is, dan adviseren wij u om in gesprek te gaan met de eigenaar van de kat. Op internet zijn diverse diervriendelijke tips te vinden om katten uit uw tuin te weren.
Tips voor katteneigenaren
- Ga over tot steriliseren of castreren van uw kat. Dat kan ongewenste uitbreiding van katten in de toekomst voorkomen. Ieder jaar komen er meer katten op straat en in asielen terecht. Daarnaast geven behandelde katten minder geluidsoverlast. Houd ‘krolse katten’ binnenshuis, ook dat voorkomt overlast.
- Laat uw kat chippen. Stichting Dierenopvang De Wissel kan ‘gevonden’ katten op deze manier makkelijker traceren. Veel dierenartsen hebben speciale actieperioden voor chippen met korting.
- Houd uw kat ’s nachts zoveel mogelijk binnen. Vooral in het broedseizoen en in de buurt van weidevogel- en natuurgebieden kunnen katten schade aanrichten aan kwetsbare diersoorten en voor veel overlast zorgen.
Wilt u een zwerfkat melden? Neem dan contact op met Stichting Dierenopvang De Wissel. Telefoonnummer 058-2664300.
Ratten en muizen
Waar mensen zijn, zijn ook ratten en muizen. Ze maken onderdeel uit van de (stads)natuur en onze omgeving. Voorkom een rattenplaag en muizenplaag. Dit kan door:
- De eigen omgeving schoon te houden.
- Afval op te bergen in afgesloten containers.
- Voedsel en diervoeding buiten bereik van ratten en muizen te bewaren (ook vogelvoer en brood voor eenden).
- Gaten en kieren dichten in de woning en gebouwen.
Voor meer informatie over ratten en overlast zie Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Ervaart u ondanks preventieve maatregelen toch overlast van ratten en muizen in de tuin of in de woning? Dan is de eigenaar van de grond zelf verantwoordelijk voor het oplossen van het probleem. Uitzonderingen hierop zijn muskusratten. Neem in dat geval contact op met het Wetterskip via telefoonnummer 058-2922222.
Vindt de overlast plaats op gemeentegrond, dan kunt u een melding doorgeven.
Vogels
Alle van nature in Nederland voorkomende vogelsoorten zijn beschermd volgens de Wet natuurbescherming. Dit betekent dat het verboden is om vogels te doden of opzettelijk te verstoren. Nesten en eieren zijn tijdens het broedseizoen beschermd. Sommige nesten zijn het hele jaar beschermd zoals die van de huismus, gierzwaluw en roek. Toch kunnen sommige vogelsoorten voor overlast zorgen.
- Preventieve maatregelen
Veel overlast kan worden voorkomen. Rondslingerend afval trekt bijvoorbeeld meeuwen en duiven (en andere ongedierte) aan. Nestvorming van vogels op ongewenste plekken kan in de meeste gevallen voorkomen worden door vogelwerende maatregelen te (laten) treffen. Bijvoorbeeld het afsluiten van open schoorstenen en ruimtes onder zonnepanelen met gaas. De maatregelen mogen alleen voor of na het broeden genomen worden. Let op, dit geldt alleen indien het geen vogelsoorten met jaarrond beschermde nestplaatsen betreft. Een ecologisch adviesbureau kan u helpen bepalen of er vanuit de Wet natuurbescherming aanvullende stappen noodzakelijk zijn. - Meeuwen, visdiefjes en scholeksters
Bij de gemeente komen steeds vaker meldingen binnen over op het (platte) dak broedende vogels, zoals meeuwen, visdiefjes en scholeksters. De gebouweigenaar waar de vogels op broeden is hier verantwoordelijk, maar niet verplicht om hier iets mee te doen. Werende maatregelen zijn volledig voor rekening van de gebouweigenaar. Let op, afhankelijk van de vogelsoort mag soms alleen met een ontheffing op de Wet natuurbescherming maatregelen worden genomen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij visdiefjes. De gebouweigenaar kan een ontheffing bij de provincie aanvragen voor werende maatregelen. Ook bij twijfel of er een ontheffing nodig is, kan bij de provincie worden geïnformeerd. - Roekenbeheer
De gemeente Leeuwarden ontvangt elk voorjaar klachten over overlast van roeken binnen en buiten de bebouwde kom. Deze meldingen worden serieus bekeken en bij ernstige overlast (op gemeentegrond) zoveel mogelijk afgehandeld. De gemeente heeft een ontheffing op de Wet natuurbescherming van de provincie voor het verjagen van Roeken naar vastgestelde beheerlocaties. Dit zijn locaties waar de roek zich zonder overlast kan voortplanten. Roekenoverlast op gemeentegrond kunt u melden.
Het doorgeven van een melding is geen garantie dat de overlast kan worden verholpen. Ook de gemeente heeft beperkte juridische mogelijkheden, die onder meer in de verleende ontheffing zijn vastgelegd.
Eikenprocessierups
De eikenprocessierups is in 2018 voor het eerst gesignaleerd in de gemeente Leeuwarden. Deze rupsen kunnen voor klachten zorgen zoals jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen en luchtwegen. Wanneer u nesten van de eikenprocessierups aantreft op gemeentegrond, kunt u dit melden.
Bijen en wespen
Bijen zijn hele nuttige insecten. Ze bestuiven planten, waaronder landbouwgewassen. Zonder bijen zou onze voedselproductie ernstig in de problemen komen. Van de ruim 350 wilde bijensoorten in Nederland is ruim de helft met uitsterven bedreigd of al verdwenen. Omdat het een bedreigde diersoort is, worden bijen niet bestreden.
Hoewel wespen vaak een slechte naam hebben, vervullen ook zij een belangrijke rol. Ze voeden hun larven met o.a. vliegen, muggen en rupsen, waaronder de eikenprocessierups, en helpen zo mee de insectenpopulatie in balans te houden.
Wat kan ik doen?
- Bijenzwerm op eigen terrein / privé terrein:
- Neem contact op met een imker of zwermvanger bij u in de buurt.
- Bijenzwerm op gemeente grond / in de openbare ruimte:
- Geef een melding woon-, werk- en leefomgeving door. De verantwoordelijke medewerker van de gemeente Leeuwarden neemt contact op met een imker.
- Wespennest op eigen terrein / privé terrein:
- Neem contact op met een plaagdierenbestrijdingsbedrijf. Zij verwijderen het wespennest.
- Wespennest op gemeentegrond / in de openbare ruimte:
- Geef een melding woon-, werk- en leefomgeving door. De verantwoordelijke medewerker van de gemeente Leeuwarden beoordeelt of het nest verwijderd moeten worden en belt eventueel een plaagdierenbestrijdingsbedrijf.
Meer informatie over honingbijen en zwermen? Kijk op de website ‘Bijenhouders’.
Steenmarters
Steenmarters zijn beschermd volgens de Wet natuurbescherming. Verblijfplaatsen mogen niet zonder ontheffing worden verstoord of vernietigd. Ook dieren mogen niet (zonder ontheffing) worden gedood of met opzet worden verstoord. Ze kunnen overlast veroorzaken maar nemen ook overlast weg: steenmarters eten veel ratten en muizen.
Als u overlast van deze dieren ervaart kunt u contact opnemen met het Meldpunt steenmarters van JM ecologie. Zij geven advies en komen, zo nodig, kijken om een oplossing te zoeken voor het probleem.
(Huis)dieren gevonden, gewond of overleden
Opvang (huis)dieren
De gemeente Leeuwarden werkt samen met:
- Stichting Dierenopvang De Wissel (opvang en herplaatsing van huisdieren). Adres: Kalverdijkje 75, telefoonnummer 058-2664300.
- Stichting Vogelasiel De Fûgelhelling in Ureterp (opvang en verzorging van gevonden/gewonde inheemse vogels en zoogdieren). Adres: De Feart 1, 9247 CK Ureterp. Telefoonnummer 0512 514328.
Gevonden, gewonde of overleden (huis)dieren
Neem contact op met Dierenambulance De Wissel(24 uur per dag bereikbaar).
Cremeren, thuis begraven of de milieustraat
Uw kunt uw overleden huisdier (honden en katten) ook laten cremeren in een erkend huisdierencrematorium of naar de milieustraat brengen. Begraven in eigen tuin of op eigen grond mag. Hiervoor moet u wel voldoende ruimte hebben en het gat moet minimaal 75 cm diep zijn.
Dode vogel op eigen terrein of in de openbare ruimte
Een dode vogel op eigen terrein mag in een zakje in de afvalbak. Gebruik het liefst (wegwerp)handschoenen en was daarna uw handen. Treft u een dode vogel aan in de openbare ruimte? Raak de vogel niet aan. U kunt contact opnemen met Dierenambulance De Wissel via telefoonnummer 058-2663370. Treft u meer dan drie dode eenden, ganzen, zwanen of meer dan twintig andere dode vogels aan? Dan kan er sprake zijn van vogelgriep. Neem contact op met de De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) via telefoonnummer 045-5463188.
Dieren in het wild: insecten en vogels
Veel diersoorten dragen bij aan de biodiversiteit. Gaat het goed met de dieren, dan gaat het goed met het groen in de omgeving. En een groene omgeving heeft weer een positief effect op onze gezondheid.
Wat doet de gemeente?
Bij de (groen)inrichting van de openbare ruimte houdt de gemeente rekening met vogels en insecten. Zo wordt bij de aanplant van groen zoveel mogelijk gekozen voor plant- en boomsoorten die voedsel, voortplantingsgelegenheid en veiligheid (schuilgelegenheid) bieden. Daarnaast worden steeds meer bermen en gazons binnen de gemeente omgevormd tot kruiden- en bloemrijke linten en laten we ook ruigere stukken staan. Op deze manier zorgen we ervoor dat er voldoende voedsel is voor de dieren en insecten om de winter goed door te komen.
Om eventuele negatieve effecten tijdens het beheren en onderhouden van de buitenruimte op diersoorten zoveel mogelijk te voorkomen, wordt bij werkzaamheden gewerkt volgens goedgekeurde landelijke gedragscodes.
Wat kunt u zelf doen?
U kunt zelf ook bijdragen aan een betere leefomgeving voor diersoorten door uw tuin diervriendelijk in te richten. Door bijvoorbeeld nestvoorzieningen te creëren voor kwetsbare soorten als de huismus, gierzwaluw en verschillende vleermuissoorten. Maar ook door een geveltuintje aan te leggen, een boomspiegel te adopteren of door samen met wijk- of dorpsgenoten een (groen)initiatief te starten. Kijk voor meer informatie op de pagina Groen- Geveltuinen, boomspiegels, openbaar groen en plantenbakken of Bewonersinitiatieven.
Bij (bouw)projecten moet rekening worden gehouden met beschermde diersoorten. Voor meer informatie, ga naar de de pagina ‘Omgevingsvergunning‘, tabje ‘Wet natuurbescherming.
Meer informatie vindt u in de folders “Vogels in onze leefomgeving”:
Overlast door dieren
Een grote diversiteit van diersoorten is goed voor de kwaliteit van onze leefomgeving. Maar soms kunnen bepaalde soorten gaan overheersen, schade aanrichten en/of een gezondheidsrisico vormen. Overlast van dieren ontstaat in veel gevallen doordat mensen vogels voeren of afval en etensresten op straat achterlaten. Een rattenplaag of overlast van duiven en meeuwen zijn daar voorbeelden van. U kunt zelf veel doen om plaagdieren te voorkomen.
Katten
Wij ontvangen regelmatig meldingen van kattenoverlast in particuliere tuinen. Daar kan de gemeente niet ingrijpen. Weet u van wie de kat is, dan adviseren wij u om in gesprek te gaan met de eigenaar van de kat. Op internet zijn diverse diervriendelijke tips te vinden om katten uit uw tuin te weren.
Tips voor katteneigenaren
- Ga over tot steriliseren of castreren van uw kat. Dat kan ongewenste uitbreiding van katten in de toekomst voorkomen. Ieder jaar komen er meer katten op straat en in asielen terecht. Daarnaast geven behandelde katten minder geluidsoverlast. Houd ‘krolse katten’ binnenshuis, ook dat voorkomt overlast.
- Laat uw kat chippen. Stichting Dierenopvang De Wissel kan ‘gevonden’ katten op deze manier makkelijker traceren. Veel dierenartsen hebben speciale actieperioden voor chippen met korting.
- Houd uw kat ’s nachts zoveel mogelijk binnen. Vooral in het broedseizoen en in de buurt van weidevogel- en natuurgebieden kunnen katten schade aanrichten aan kwetsbare diersoorten en voor veel overlast zorgen.
Wilt u een zwerfkat melden? Neem dan contact op met Stichting Dierenopvang De Wissel. Telefoonnummer 058-2664300.
Ratten en muizen
Waar mensen zijn, zijn ook ratten en muizen. Ze maken onderdeel uit van de (stads)natuur en onze omgeving. Voorkom een rattenplaag en muizenplaag. Dit kan door:
- De eigen omgeving schoon te houden.
- Afval op te bergen in afgesloten containers.
- Voedsel en diervoeding buiten bereik van ratten en muizen te bewaren (ook vogelvoer en brood voor eenden).
- Gaten en kieren dichten in de woning en gebouwen.
Voor meer informatie over ratten en overlast zie Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD).
Ervaart u ondanks preventieve maatregelen toch overlast van ratten en muizen in de tuin of in de woning? Dan is de eigenaar van de grond zelf verantwoordelijk voor het oplossen van het probleem. Uitzonderingen hierop zijn muskusratten. Neem in dat geval contact op met het Wetterskip via telefoonnummer 058-2922222.
Vindt de overlast plaats op gemeentegrond, dan kunt u een melding doorgeven.
Vogels
Alle van nature in Nederland voorkomende vogelsoorten zijn beschermd volgens de Wet natuurbescherming. Dit betekent dat het verboden is om vogels te doden of opzettelijk te verstoren. Nesten en eieren zijn tijdens het broedseizoen beschermd. Sommige nesten zijn het hele jaar beschermd zoals die van de huismus, gierzwaluw en roek. Toch kunnen sommige vogelsoorten voor overlast zorgen.
- Preventieve maatregelen
Veel overlast kan worden voorkomen. Rondslingerend afval trekt bijvoorbeeld meeuwen en duiven (en andere ongedierte) aan. Nestvorming van vogels op ongewenste plekken kan in de meeste gevallen voorkomen worden door vogelwerende maatregelen te (laten) treffen. Bijvoorbeeld het afsluiten van open schoorstenen en ruimtes onder zonnepanelen met gaas. De maatregelen mogen alleen voor of na het broeden genomen worden. Let op, dit geldt alleen indien het geen vogelsoorten met jaarrond beschermde nestplaatsen betreft. Een ecologisch adviesbureau kan u helpen bepalen of er vanuit de Wet natuurbescherming aanvullende stappen noodzakelijk zijn. - Meeuwen, visdiefjes en scholeksters
Bij de gemeente komen steeds vaker meldingen binnen over op het (platte) dak broedende vogels, zoals meeuwen, visdiefjes en scholeksters. De gebouweigenaar waar de vogels op broeden is hier verantwoordelijk, maar niet verplicht om hier iets mee te doen. Werende maatregelen zijn volledig voor rekening van de gebouweigenaar. Let op, afhankelijk van de vogelsoort mag soms alleen met een ontheffing op de Wet natuurbescherming maatregelen worden genomen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij visdiefjes. De gebouweigenaar kan een ontheffing bij de provincie aanvragen voor werende maatregelen. Ook bij twijfel of er een ontheffing nodig is, kan bij de provincie worden geïnformeerd. - Roekenbeheer
De gemeente Leeuwarden ontvangt elk voorjaar klachten over overlast van roeken binnen en buiten de bebouwde kom. Deze meldingen worden serieus bekeken en bij ernstige overlast (op gemeentegrond) zoveel mogelijk afgehandeld. De gemeente heeft een ontheffing op de Wet natuurbescherming van de provincie voor het verjagen van Roeken naar vastgestelde beheerlocaties. Dit zijn locaties waar de roek zich zonder overlast kan voortplanten. Roekenoverlast op gemeentegrond kunt u melden.
Het doorgeven van een melding is geen garantie dat de overlast kan worden verholpen. Ook de gemeente heeft beperkte juridische mogelijkheden, die onder meer in de verleende ontheffing zijn vastgelegd.
Eikenprocessierups
De eikenprocessierups is in 2018 voor het eerst gesignaleerd in de gemeente Leeuwarden. Deze rupsen kunnen voor klachten zorgen zoals jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen en luchtwegen. Wanneer u nesten van de eikenprocessierups aantreft op gemeentegrond, kunt u dit melden.
Bijen en wespen
Bijen zijn hele nuttige insecten. Ze bestuiven planten, waaronder landbouwgewassen. Zonder bijen zou onze voedselproductie ernstig in de problemen komen. Van de ruim 350 wilde bijensoorten in Nederland is ruim de helft met uitsterven bedreigd of al verdwenen. Omdat het een bedreigde diersoort is, worden bijen niet bestreden.
Hoewel wespen vaak een slechte naam hebben, vervullen ook zij een belangrijke rol. Ze voeden hun larven met o.a. vliegen, muggen en rupsen, waaronder de eikenprocessierups, en helpen zo mee de insectenpopulatie in balans te houden.
Wat kan ik doen?
- Bijenzwerm op eigen terrein / privé terrein:
- Neem contact op met een imker of zwermvanger bij u in de buurt.
- Bijenzwerm op gemeente grond / in de openbare ruimte:
- Geef een melding woon-, werk- en leefomgeving door. De verantwoordelijke medewerker van de gemeente Leeuwarden neemt contact op met een imker.
- Wespennest op eigen terrein / privé terrein:
- Neem contact op met een plaagdierenbestrijdingsbedrijf. Zij verwijderen het wespennest.
- Wespennest op gemeentegrond / in de openbare ruimte:
- Geef een melding woon-, werk- en leefomgeving door. De verantwoordelijke medewerker van de gemeente Leeuwarden beoordeelt of het nest verwijderd moeten worden en belt eventueel een plaagdierenbestrijdingsbedrijf.
Meer informatie over honingbijen en zwermen? Kijk op de website ‘Bijenhouders’.
Steenmarters
Steenmarters zijn beschermd volgens de Wet natuurbescherming. Verblijfplaatsen mogen niet zonder ontheffing worden verstoord of vernietigd. Ook dieren mogen niet (zonder ontheffing) worden gedood of met opzet worden verstoord. Ze kunnen overlast veroorzaken maar nemen ook overlast weg: steenmarters eten veel ratten en muizen.
Als u overlast van deze dieren ervaart kunt u contact opnemen met het Meldpunt steenmarters van JM ecologie. Zij geven advies en komen, zo nodig, kijken om een oplossing te zoeken voor het probleem.